Gepost op

Veddenogiets?

We slikken delen van onze woorden en zinnen in, maar begrijpen elkaar desondanks vaak volkomen:

Wanneer gaat je jongste dochter naar school?

– Oh vlopugnie volntjaar pas.

Tijdens een les over verbonden spraak hebben we vooral heel hard gelachen, omdat verbonden spraak absurd klinkt als je het bewust probeert uit te spreken.

Plaats een papier over de onderstaande woorden van 2 dictees en schuif het langzaam op. Stop bij het streepje. Weet je wat er bedoeld wordt? Check je antwoord door het papier verder te schuiven. De cursisten werden er gaandeweg heel goed in!

beswel-best wel 2. helegoeie-hele goede 3. koekjedebij-koekje erbij? 4. fosmij-volgens mij 5. neegoon-nee, gewoon 6. kepmnie-ik heb hem niet 7. kommeraan-ik kom eraan 8. veddenogiets-verder nog iets? 9. tsalwel-het zal wel 10. weschijk-waarschijnlijk
munnaame-met name 12. hoest?-hoe is het? 13. moejeweg? – moet je weg? 14. tisser?-wat is er? 15. volntjaar- volgend jaar 16. opegeement-op een gegeven moment 17. keptgat-ik heb het gehad 18. stuukso-het is natuurlijk zo 19. egguswel-ergens wel 20. bibioteek-bibliotheek

mogek-mogelijk 2. vkansie-vakantie 3. possegel-postzegel 4. voebballen-voetballen 5. nommaal-normaal 6. sessensestig-zesenzestig 7. vlopugnie-voorlopig niet 8. zuwwegaan?-zullen we gaan? 9. sakdoen-zal ik doen 10. hoegaadut?-hoe gaat het?
eikniet-eigenlijk niet 12. offeer-ongeveer 13. boorlijk-behoorlijk 14. isseriets-is er iets? 15. ofsieel-officieel 16. wromniet?-waarom niet? 17. daarissie-daar is hij 18. vinnikook-vind ik ook 19. dakkannie-dat kan niet 20. tissallaat-het is al laat