Ver weg van de groene wei staar ik samen met mijn vierjarige dochter naar een gekreukeld, nat kalf dat uitgeput op de vloer van de kraamstal ligt. De borstkas van het slappe lijfje beweegt gejaagd op en neer, een hoopvol teken van leven. De bovenste oogleden hebben nog geen grip op de zwaartekracht en beschermen het jong tegen het felle licht. Moeder ligt naast haar kind en likt het droog. De bloedsomloop komt op gang en de kracht van het kwetsbare kalf neemt toe .
De Fries Roodbonte koe stoort zich niet aan de twee rode kittens die zich tegoed doen aan de nageboorte, maar ons houdt ze daarentegen nauwlettend in de gaten. Ze richt zich op en lijkt te wensen dat haar kalf dat nu ook snel gaat doen. Wil het kalf opgroeien tot een blozende pink, dan is het van groot belang dat het uiterlijk twee uur na de geboorte twee liter biest heeft gedronken. De beschermende moedermelk sijpelt al uit haar spenen. De tijd dringt en moeder geeft haar kind een por met haar poot en een stoot met haar kop. Hardvochtig, of een daad van liefde? Ze lijkt onverbiddelijk, maar neemt na enige tijd toch afstand en manouvreert zich voor de voederbak.
Dit is het moment waarop het knokige gestel van het kalf trillend van de grond komt om zich wankel in de richting van moeder te begeven. Enkele slepende minuten later vult haar lege maag zich met warme, romige biest. Gerustgesteld en opgetogen over de goede afloop verlaten mijn dochter en ik de stal. De vroege ochtend is het mooiste moment van de dag, dus zijn we daags erna al om zeven uur in de stal te vinden om het prille geluk wederom te bewonderen. Maar wat we zien treft ons recht in ons hart. Moeder is al van haar kind gescheiden. En het kalfje lijkt droevig te loeien: ‘Wo biest duuuuuuuuuu????
Moraal: moeite doen loont, the bigger the miracle, the smaller the audience, gras groeit niet sneller door er aan te trekken, niets is zeker en zelfs dat niet.